Bart’s pen
Inhoudelijk graven, dat hoort bij me. Bij Don’t Hit Mama en bij pionieren. De tijd nemen, goed kijken, luisteren. Schrijven is daarbij een onmisbaar gereedschap.
Ik deed ervaring op bij redacties bij Toneel Theatraal en later Theatermaker. Partners in crime zoals Loek Zonneveld en Pim Wiersinga waren ongelooflijk belangrijk. Schrijven is een creatief instrument en ook een craft. Die sleep ik door het werk van Don’t Hit Mama te leren duiden. Hoe leg je iets uit dat je nog zoekt, beschrijf je een reis die je nog gaat maken. Op zo’n manier dat de subsidiënt mee is, en de kijker denkt: dat wil ik zien, meemaken. Blijven zoeken, het nog niet weten, dat hoort erbij. Blijven vragen, de goede vragen stellen, ook aan jezelf. Waar gaat het je om, wat beweegt die dansers, welke invloeden trekken er door hun ziel en lichaam. Mijn dramaturgie bij dans-uit-de-sociale-hiphop-Afro-Amerikaanse-bron verrijkte me enorm. Mee op reis, op prachtplekken, zoals hier in Ecole des Sables van Germaine Acogny, was daarbij een welverdiend voorrecht.